Metingen
Hoe vaak en wanneer wordt er gemeten?
Een meetperiode duurt twee weken, twee keer 4 dagen van maandagochtend tot vrijdagochtend. Tijdens deze 4 dagen zal het tijdsbestedingspatroon gevolgd moeten worden. We zullen 3 keer, tijdens verschillende seizoenen, een meetperiode van twee weken houden in 2010. Het gaat dus om een totaal van 6 weken, waaronder 2 weken in de zomerperiode. Als u mee doet, vertel ons dan van tevoren in welke weken u beschikbaar bent, dan kunnen we daar rekening mee houden.
Hoe ziet een meetperiode eruit?
Op maandagochtend/begin van de middag zal de onderzoeker langskomen om de apparatuur te installeren en het experiment te starten. Vanaf dat moment wordt het kindertijdbestedingspatroon gevolgd door de vrijwilliger. Op woensdag, aan het begin van de middag, moeten de batterijen vervangen worden. Dit wordt door de vrijwilligers zelf gedaan. Op vrijdagochtend zal de onderzoeker weer langskomen om de filters op te halen. Het tijdspatroon hoeft nu niet meer gevolgd te worden. De apparatuur laten we staan voor de tweede week.

Op de tweede maandag komt de onderzoeker weer langs om de tweede meting te starten. Het tweede tijdspatroon, gebaseerd op gepensioneerden, wordt nu gevolgd. De rest van de week verloopt op dezelfde manier, op vrijdag wordt de apparatuur weer opgehaald.
De apparatuur
De vrijwilligers krijgen een rugzakje met daarin een pomp die fijnstof meet en een passieve Ogawa batch die NOx concentraties meet. Voor de PM2.5 pomp (deze weegt 900 gram), is een batterij van ongeveer 500 g nodig. Bovendien zal een GPS logger de locaties waar de apparatuur geweest is opslaan.
Verder zal er ook binnen- en buitenlucht metingen gedaan worden. Hiervoor wordt dezelfde apparatuur gebruikt. De apparatuur maakt weinig geluid.